Antwerpen nr. 2021/AR/1897, 31 maart 2022

Chercher dans la bibliothèque

Chercher des ouvrages et des revues dans la bibliothèque.

Chercher en full text

Chercher du contenu spécifique en fonction des termes de recherche et des filtres.

Full text
Revue
Numéro 144
Article
Antwerpen nr. 2021/AR/1897, 31 maart 2022

Année 2022 Volume 2022 Numéro 144 Page 70 Langue Néerlandais Juridiction Hof van Beroep - Cour d'Appel, 31/03/2022 Référence “Antwerpen nr. 2021/AR/1897, 31 maart 2022”, HOR 2022, nr. 144, 70-76 Résumé Samenvatting 1 – Overeenkomstig art. 2:74 , § 1, eerste alinea WVV kan de rechtbank op vraag van iedere belanghebbende of van het Openbaar Ministerie, dan wel na mededeling door de kamer voor ondernemingen in moeilijkheden krachtens artikel XX.29 WER, de ontbinding uitspreken van een vennootschap die haar verplichting om een jaarrekening neer te leggen overeenkomstig de artikelen 3:10 en 3:12 niet is nagekomen. Overeenkomstig art. 2:74 , § 2, 3° WVV kan de rechtbank ingevolge mededeling door de kamer voor ondernemingen in moeilijkheden krachtens artikel XX.29 WER hetzij een regularisatietermijn toekennen en het dossier voor opvolging terugverwijzen naar de kamer voor ondernemingen in moeilijkheden, hetzij de ontbinding van een vennootschap uitspreken indien de leden van het bestuursorgaan van de vennootschap niet over de fundamentele beheersvaardigheden of niet over de beroepsbekwaamheid beschikken die voor de uitoefening van haar activiteit bij wet, decreet of ordonnantie worden opgelegd. De ratio legis van art. 2:74 e.v. WVV is gericht op het verwijderen van slapende vennootschappen uit het rechtsverkeer. Met de invoering van art. 2:74 , § 1 WVV is de wetgever ervan uitgegaan dat de niet-tijdige neerlegging van een jaarrekening doet vermoeden dat de vennootschap hetzij geen activiteiten (meer) uitoefent hetzij voor illegale doeleinden worden aangewend. De vennootschap kan dat vermoeden weerleggen door vooralsnog tot de neerlegging over te gaan. Uit de door appellante bijgebrachte stukken blijkt dat zij voorafgaand aan de behandeling van de zaak voor de ondernemingsrechtbank, de toestand had geregulariseerd door neerlegging van de jaarrekeningen over de boekjaren 03/2019, 03/2020 en 03/2021. Door de eerste rechter werd hiermee ten onrechte geen rekening gehouden. Uit deze neergelegde jaarrekeningen blijkt weliswaar dat deze, op een aantal zeer beperkte bedragen na, gedurende meerdere boekjaren geen wijzigingen vertonen, waaruit kan worden afgeleid dat binnen deze vennootschap gedurende meerdere jaren geen activiteiten meer ontwikkeld worden. Het in artikel 2:74 , § 1 WVV voorzien criterium is echter louter formeel. Door de regularisatie is aan dit criterium niet voldaan. – Terecht meent appellante dat uit geen van de door de kamer van ondernemingen in moeilijkheden weerhouden elementen kan worden afgeleid dat x. niet over de fundamentele beheersvaardigheden of de beroepsbekwaamheid beschikt die voor de uitoefening van haar activiteit bij wet, decreet of ordonnantie worden opgelegd. Ten onrechte werd door de eerste rechter geoordeeld dat ook aan de voorwaarden van artikel 2:74 , § 2, 3 WVV is voldaan. Art. 2:74 , Wetboek van vennootschappen en verenigingen Art. XX.29 , Wetboek van economisch recht Art. 3:10 , Wetboek van vennootschappen en verenigingen

Cher visiteur,

Cette page est resevée aux menbres de Jurisquare.

Veuillez vous connecter en cliquant sur le bouton 'Log in' ci-dessous, ou demander sans engagement une offre personnalisée en cliquant sur le bouton 'Abonner'. A partir de € 422,57(hors TVA) par an vous devenez déjà membre de Jurisquare et pouvez déjà accéder à la plus grande bibliothèque juridique digitale de Belgique!

Connexion Enregistrer